In 1743 opende Jacob Hooy een kruidenkraam op de Amsterdamse Nieuwmarkt. Hier begon, met de verkoop van kruiden en specerijen, de rijke historie van het bedrijf.
En aan de firma kleeft niet alleen historie, maar ook een brok nostalgie. Nostalgie vooral naar het oude en vertrouwde handelen in kruiden. De geur, die het tot de nok toe gevulde kruidenpakhuis in Limmen zo kenmerkend maakt, doet herinneringen herleven aan de tijd van de V.O.C., wanneer de onverschrokken Oost-Indiëvaarders de wereldzeeën trotseren om hun ruimen te vullen met oosterse kruiden en specerijen.
Maar het was ook de tijd van de handelaars in kruiden van de Noord-Hollandse geestgronden die hun waar te koop aanboden op de Amsterdamse Nieuwmarkt.
En midden in die roerige jaren wordt in November 1722 in de Lange Leidsedwarsstraat in Amsterdam, Jacob Hooy geboren. Als zoon van een "sleper" was hij de grondlegger voor wat later "Jacob Hooy & Co. sedert 1743" zou worden. En nu, ruim 270 jaar later, staat deze naam nog steeds voor vakmanschap en kwaliteit.
Al op 21 jarige leeftijd opende Jacob zijn eerste winkel in drogerijen aan de Barndesteeg en twee jaar later verhuisde hij naar het nu zo overbekende winkelpand aan de Kloveniersburgwal. Hoewel het bedrijf sinds 1846 in handen is van de familie Oldenboom, is de naam Jacob Hooy altijd gehandhaafd gebleven.
Ook de Amsterdamse grachten met zijn statige pakhuizen van weleer zijn er nog steeds, maar de bedrijvigheid rond het laden en lossen van de kruidenschepen is helaas vergane glorie. Maar rond de kruiden, de theeën en de specerijen van nu, hangt nog steeds de mystiek van het vreemde en het aroma van het verre. En bij de groothandel in Limmen kun je nog altijd, uit de ruwe jute zakken en balen, de geur en smaak proeven die door de eeuwen heen al zo kenmerkend waren voor dit hard werkende familiebedrijf.
Met zijn belangstelling vóór en kennis ván vruchten, bloemen, planten, wortels en zaden, blijft Jacob Hooy dan ook onverminderd waarde hechten aan alles wat natuurlijk en oorspronkelijk is.